Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [21]Ik geef Mijn rug dengenen, die [Mij] slaan, en Mijn wangen dengenen, [22]die [Mij] het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet [23]voor smaadheden en [24]speeksel. 21. De zin is: Ik lijd alle leed, smaad en schande, dien men mij aandoet, met geduld en lijdzaamheid. Zie Matth.26:67, enz., en Matth.27:26. 22. Of, die [mij] de haren uitplukten. 23. Of, voor menigerlei smaad. 24. Zie de aantekening Job 30:10.